led_thumb

De Vijf Grootste Misverstanden over LED verlichting

LED verlichting is sterk in opkomst maar ondanks dat zijn er nog veel misverstanden over deze nieuwe trend. Hieronder een kort lijstje met de grootste misverstanden.

 

Misverstand 1: leds gaan levenslang mee

 

Net als alle lichtbronnen, vermindert de kracht van led-lampen naarmate ze ouder worden. De afzwakking van de lichtstroom wordt vastgelegd door de led minstens 6000 uur te testen. De lichtstroom kan afzwakken door onder meer de warmte die de lamp genereert. Het lichtbehoud beschrijft hoe lang een lichtbron een bepaald percentage van zijn originele lichtoutput behoudt.

 

Leds met wit licht, die gebruikt worden voor gewone verlichting, zijn op het einde van hun levensduur als ze minder dan 70% van de originele output geven. Bij licht (zowel wit als gekleurd) dat gebruikt wordt om een bepaald voorwerp te accentueren ligt de grens op 50%.

 

De meeste leds blijven gedurende 50 000 branduren boven de 70%. Mochten deze lampen 24 uur per dag branden, hebben ze dus een levensduur van ongeveer zes jaar. Ter vergelijking: een halogeenlamp haalt ongeveer 2000 branduren, een spaarlamp zo’n 6000 uur. Een gloeilamp haalt er slechts 1000.

 

Misverstand 2: leds zijn niet fel genoeg

 

Als je de lumenoutput van conventionele lampen vergelijkt met die van de meeste led-lampen, lijkt het alsof leds minder licht produceren dan andere lampen. Dat is echter een misleidende vergelijking, want er wordt geen rekening gehouden met het licht dat bij conventionele verlichting eigenlijk verloren gaat. Daarom is het beter om naar de verlichtingssterkte te kijken: het licht dat een lamp naar een bepaalde oppervlakte uitschijnt. Op die manier is het mogelijk te vergelijken welke lamp het meeste licht op het gebied krijgt dat je wil verlichten.

 

Aangezien de lichtstraal bij led-lampen gebundeld wordt, zenden deze lampjes bijna al hun licht in dezelfde richting. Wanneer de verlichtingssterkte bekeken wordt, hebben leds vaak even goede als en soms zelfs veel betere resultaten dan andere lampen,terwijl ze veel minder energie verbruiken.

 

Misverstand 3: led-lampen genereren geen warmte

 
Omdat ze geen infrarood licht uitstralen, is de lichtstraal van een led niet warm. Dat wil echter niet zeggen dat de lampen geen warmte aanmaken. Bij led-verlichting wordt warmte geproduceerd bij het overzetten van elektriciteit naar licht. Die warmte wordt echter weggeleid naar de achterzijde van de leds. Er wordt dus wel degelijk warmte aangemaakt, maar die wordt niet door de lamp zelf opgenomen. Op die manier zal je je dus niet snel verbranden aan led-lampen.

 

Misverstand 4: led-verlichting is te duur

 


Hoewel de aankoopprijs van de meeste led-lampen hoger is dan die van gloei-, halogeen- en fluorescentielampen, zijn leds eigenlijk voordeliger dan andere verlichtingssystemen. De initiële kosten mogen dan wel hoger liggen, het gebruik van leds komt veel goedkoper uit op langere termijn. Omdat ze zolang meegaan, moeten led-lampen veel minder vervangen worden dan alle andere lampen.

 

Bovendien zijn ze veel energie-efficiënter, waardoor ze zelfs tot 80% minder energie verbruiken. Daardoor zijn de uiteindelijke kosten voor led-lampen veel lager dan andere systemen. Het is zelfs zo dat je na ongeveer twee à drie jaar je led-verlichting al terugverdiend hebt.

 

Misverstand 5: leds hebben een slechte lichtkwaliteit

 


Om de kwaliteit van wit licht te meten, wordt rekening gehouden met twee criteria: de kleurtemperatuur (CCT) en de kleurweergave-index (CRI). De kleurtemperatuur beschrijft of het witte licht een warme (roodachtig), neutrale of koude (blauwachtig) schijn heeft.

 

Hoewel het licht van leds door velen nog als koud beschreven wordt, is de kleurtemperatuur een van de grootste aandachtspunten voor fabrikanten van leds. Veel bedrijven passen daarom verscheidene selectiemethodes toe om een consistente kleur te ontwikkelen, die ook warmer aanvoelt.